In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle,
Een gelovige dient de volgende twee dingen in zijn hart te koesteren; vrezen voor de gevolgen van zijn fouten en, door middel van het hebben van een goede mening over Hem, hoop hebben voor de genade van Allah (swt). Wanhopen en wantrouwen over Zijn Genade zijn ernstige zondes.
1. In al-Mahasin van Imam al Baqir (a) zei: In het boek van Imam Ali (a) lezen we dat de heilige Profeet (s) het volgende zei wanneer hij op de preekstoel zat:
“Bij Allah (swt) Die geen deelgenoten kent; een gelovige kan niet de gunsten van deze wereld bereiken, behalve wanneer hij een goede mening over Allah (swt) heeft, een goed karakter bezit en het roddelen en belasteren van anderen vermijdt. Bij Allah (swt) Die geen deelgenoten kent; Allah (swt) zal niemand na het vragen om vergeving en het tonen van berouw straffen, behalve wanneer hij slechte gedachten/mening over Allah (swt) heeft, een slecht karakter bezit en roddelt over de gelovigen. Bij Allah (swt) die geen deelgenoten kent, er zijn geen gelovigen die minder zullen ontvangen dan hetgeen wat zij van Hem verwachten. En dit is, omdat Allah (swt) de meest Genereuze is en gezag heeft over al hetgeen dat goed is en aan de goede gedachten/mening van Zijn dienaar zal voldoen. Daarom, heb een goede mening over Allah (swt) en kom nader tot Hem.”
2. Imam Muhammad al Baqir (a):
“Een gelovige dienaar dient twee lichten in zijn hart te koesteren; een licht van angst en een licht van hoop en deze twee moeten aan elkaar gelijk zijn.”
3. Imam Jafar al-Sadiq (a):
“Een gelovige kan niet tot een gelovige benoemd worden, tenzij hij vrees heeft en hoopvol is en hij kan niet vrezende en hoopvol zijn tenzij hij hiernaar in overeenstemming handelt.”
Ook zei de Imam (a): “U moet niet op een zodanige manier voor de Genade van Allah (swt) hoop hebben dat het u aanmoedigt om zonden te plegen noch moet u op een zodanige manier voor de straf van Allah (swt) vrezen dat het u tot een teleurstelling brengt.”
Verder zei de Imam (a): “Het hebben van een goede mening over Allah (swt) betekent dat u hoop in niemand anders dan Allah (swt) moet hebben en dat u voor niets moet vrezen, behalve voor uw zonden.”
Bron. www.imamreza.net
Imam al Sadiq (a):
Twee mannen die gevangen zaten, werden in de tijd van de Profeet Mozes (a) vrijgelaten. Een van de mannen was lang en gezet en de andere man was erg dun. Mozes vroeg de gezette man naar de reden waarom hij zo dik was. De man zei: “Omdat ik goede gedachten over Allah (swt) heb.” Toen vroeg hij aan de andere man waarom hij zo dun was. De man zei: “Uit angst voor Allah (swt).” Vervolgens hief Mozes (a) zijn handen in de lucht en vroeg aan Allah (swt) om hem te vertellen welke van de twee nobeler was. Allah (swt) openbaarde dat diegene die altijd een goede mening en goede gedachten over Allah (swt) heeft nobeler is.
[Mishkat Ul-Anwar fi Ghurar al-Akhbar no.154]
Bovenstaande overlevering neemt echter niet weg dat Godsvrezende zijn ook een belangrijk kenmerk van een gelovige is.