Dhul Hidja

Dhul Hidja (Arabisch: ذو الحِجَّة) is de laatste (12e) maand van de islamitische (Hijri) kalender. Het is een van de belangrijkste maanden van het jaar volgens de islamitische leer waarin de Ḥajj (bedevaart), Eid al-Adha en Eid Al-Ghadeer plaatsvinden.’Tijdens de maand Dhul Hidja bieden zich talrijke gezegende gelegenheden aan om vergeving, leiding en bescherming bij Allah (SWT) te zoeken.

1 Dhul Hidja

Huwelijk Imam Ali (a) en Fatima Al-Zahra (a)

Klik hier voor een uitgebreide artikel

6 Dhul Hidja

Marterlaarschap Imam Al-Jawad (a)

Lees hier zijn biografie

7 Dhul Hidja

Marterlaarschap Imam Al-Baqir (a)

Lees hier zijn biografie

9 Dhul Hudja

10 Dhul Hidja

Eid Al Adha (offerfeest)

15 Dhul Hidja

Geboorte Imam Al-Hadi (a)

Lees hier zijn biografie

18 Dhul Hidja

24 Dhul Hidja

Smeekbedes Dhul Hidja


De dag van Al Mubahala

In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle 

Rond het einde van het negende jaar Hijri kwamen de ambassadeurs vanuit alle delen van Saudi Arabia naar de Heilige profeet in Medina, om te Islam te bezweren en de aanhankelijkheid van hun stammen te verklaren aan de Profeet Mohammed (s)

Deze goddelijke steun wordt ook in de koran vermeld in Soera Al-Nasr (Koran 110 :1-3): 

 

  (1) Als de hulp van Allah en overwinning komt,
(2) En gij de mensen groepsgewijze ziet binnentreden tot Allah’s godsdienst,
(3) Roem dan uw Heer met de lof, die Hem toekomt en vraag vergiffenis van Hem; voorzeker Hij is Berouwaanvaardend.

Bericht naar de christenen van Najran

Onder de vele berichten die de profeet Mohammed (s) naar de koningen en staatshoofden stuurde was er ook één gericht aan de Christenen van Najran in Jemen. De Christenen weigerden om de Islam te accepteren als een geloof, maar beslisten toch naar Medina te gaan en de profeet Mohammed uit te dagen en het geloof van de profeet Jezus (a) te verdedigen.

In Medina heeft de profeet Mohammed (s) hen allerlei bewijzen en verhalen laten tonen over de Islam en heeft aangegeven dat de religie Islam een voortzetting is van eerder geopenbaarde boeken en gestuurde profeten en gezanten van GOD. Maar de Christenen zagen de waarheid niet in.

Uiteindelijk hebben de twee partijen besloten om op een open plaats samen te komen en de goddelijke vloek en straf neer te laten dalen op de partij die niet met de waarheid komt. Allah (swt) gaf opdracht aan zijn profeet Mohammed (s) om samen met zijn familie naar de ontmoetingsplaats te gaan voor Mubahala ( = om de vloek van Allah op de liegende partij neer te laten dalen wanneer twee partijen voor waarheid betwisten).

Het volgende vers van de koran is neergedaald: Zou men nu met u over hem (Jezus) redetwisten, nadat de kennis tot u gekomen is, zeg dan: “Kom, laat ons onze kinderen en uw kinderen en onze vrouwen en uw vrouwen en onszelf en uzelf roepen”; laat ons daarna vurig bidden en de vloek van Allah roepen over degenen, die liegen.” (koran: 3:61)

De Christelijke oude mannen kwamen naar de ontmoetingsplaats met hun gehele troep en de profeet (s), zoals die door Allah werd bevolen, kwam met zijn meest geliefde familieleden, namelijk: zijn dochter Fatima (a), zijn neef Ali (a) en hun twee kinderen, Hassan (a) en Hussain (a). De Christenen hadden nooit eerder zulke lichtgevende gezichten gezien.

De geliefde profeet (s) realiseerde zich zonder twijfel dat deze heilige groep van vijf de waarheid volgde en als deze vijf van Allah de vervloeking hadden gevraagd op de Christenen van Najran, dan had Allah hun dua verhoord en de christenen van Najran vernietigd.

Vanaf de uitdaging van Mubahala hebben de christenen zich teruggekeerd en kwamen uiteindelijk met een afspraak dat ze een jaarlijkse hulde aan de Moslims gaan betalen.

Waarom werd Imam Ali ook mee betrokken in de Mubahala?

De Almachtige beval zijn Boodschapper om aan de delegatie van Najran te zeggen: “Kom, laat ons onze kinderen en uw kinderen en onze vrouwen en uw vrouwen en onszelf en uzelf roepen”.

Anderen die met de profeet mee zijn gekomen (en dat was ook het bevel van Allah), waren de zonen van Fatima en Imam Ali (a), Hassan en Hussain (a). Deze werden in de soera als onze kinderen genoemd, dus de kinderen van de profeet.

Hij bracht Fatima met hem mee, omdat zij de vrouwen van Ahlalbait (a) vertegenwoordigt en dus onze vrouwen. Maar Imam Ali behoort niet tot de zonen noch tot de vrouwen; waar behoort hij dan wel en waarom is hij meegebracht?

Imam Ali (a) heeft geen plaats in het vers, tenzij hij in het woord “zelf” is inbegrepen. Het meebrengen van Imam Ali met de profeet, wijst op het feit dat Imam Ali een uitbreiding is van de boodschapper van God en als zijn persoonlijkheid wordt beschouwd. Door hem zo te overwegen, hief Hij hem op over alle Moslims.

De Boodschapper zei bij vele gelegenheden: “Ali is van mij en ik ben van hem.”

Hubshi Ibn Janadah heeft overgeleverd dat hij de Boodschapper van God hoorde zeggen: “Ali is van mij en ik ben van hem, en niemand kan mij vertegenwoordigen en mijn plaats vervullen, behalve Ali.” 

Bronnen

Dit artikel is een vertaling van:

http://www.ezsoftech.com/islamic/mubahila.asp

http://www.ezsoftech.com/islamic/infallible1e.asp#09

© Copyright Ahlalbait Jongeren
 

Scroll naar boven