In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle
In dit artikel ga ik inshaAllah de leugen die over het ontstaan van het shiisme wordt verteld uitleggen. Dit artikel is slechts ter verduidelijking geschreven.
De Profeet (s) heeft het volgende gezegd: “Wie bedriegt, behoort niet tot ons!”
[Mustadrak ala al saheehayn; Al Hakem Al Nisaboeri; 2092]
رقم الحديث: 2092
(حديث مرفوع) حَدَّثَنَا أَبُو الْعَبَّاسِ مُحَمَّدُ بْنُ يَعْقُوبَ ، ثنا الْعَبَّاسُ بْنُ مُحَمَّدٍ الدُّورِيُّ ، حَدَّثَنَا أَبُو الْجَوَّابِ الأَحْوَصُ بْنُ جَوَّابٍ ، حَدَّثَنَا عَمَّارُ بْنُ رُزَيْقٍ ، حَدَّثَنَا عَبْدُ اللَّهِ بْنُ عِيسَى ، عَنْ عُمَيْرِ بْنِ سَعِيدٍ ، عَنْ عَمِّهِ ،قَالَ : خَرَجَ رَسُولُ اللَّهِ صَلَّى اللَّهُ عَلَيْهِ وَآلِهِ وَسَلَّمَ إِلَى الْبَقِيعِ فَرَأَى طَعَامًا يُبَاعُ فِي غَرَائِرَ ، فَأَدْخَلَ يَدَهُ فَأَخْرَجَ شَيْئًا كَرِهَهُ ، فَقَالَ : ” مَنْ غَشَّنَا فَلَيْسَ مِنَّا ” هَذَا حَدِيثٌ صَحِيحٌ , وَعَمُّ عُمَيْرِ بْنِ سَعِيدٍ هُوَ الْحَارِثُ بْنُ سُوَيْدٍ النَّخَعِيُّ .
Voordat ik hier dieper op in ga wil ik duidelijk maken dat men altijd met respect over elkaar moet schrijven. Imam Hassan al Askari (a) zegt: “Een gelovige behandelt een gelovige als zijn broeder net als of hij met zijn ouders omgaat.” In mijn artikelen zal ik met zoveel mogelijk respect blijven schrijven.
Er wordt verteld dat het shiisme door een man genaamd Abdullah Ibn Sabaa is opgericht.
Het volgende over de oorsprong van het shiisme wordt beweerd:
“De sjiieten geven zelf te kennen dat de stichter van de sjiietische stroming een jood was, genaamd Ibnoe Saba’ en dat Imam Ali (a) (moge Allah tevreden met hem zijn) de volgelingen van deze man heeft verbrand en afstand heeft genomen van zijn afgedwaalde ideeën.”
Deze tekst staat volgens hen in de volgende bron:
Boek: Ikhtiaar Macrifat ur-Ridjaal
Auteur: Sheikh al Towsi
Bladzijde: 107
Voordat ik de bron wil uitleggen, is het zo dat wanneer men Hawzah (geloof) begint te studeren hij/zij niet start met boeken van de auteur ‘Al Toesi’, omdat zulke boeken in principe te moeilijk zijn. Daarom ben ik dus ook verbaasd dat de auteur van het artikel over Abdallah Ibn Sabaa dit boek heeft ‘gelezen’.
Deze bovengenoemde overlevering gaat over een dialoog tussen de profeet Mohamed (s) en Abu Dhar al Gheefari (ra). Er is niets te lezen over Abdhullah Ibn Sabaa staan:
Hieruit is af te leiden dat de gebruikte bron duidelijk niet refereert naar deze genoemde man en al helemaal niet naar het verhaal achter het shiisme.
Wie is dan deze “Abdullah Ibn Sabaa”?
Laten wij eens kijken wat de shiitsche geleerden ons duidelijk maken over de persoon Abdullah Ibn Sabaa. De auteur van de tekst betreft Abdullah had als bron [Ikhtiaar Macrifat ur-Ridjaal, geschreven door sheikh al Toesi, gebruikt.
Laten wij eens kijken in het boek rijaal van sheikh al Toesi over Abdullah Ibn Sabaa:
Boek: Rijaal
Auteur: Sheikh al Toesi
Bladzijde: 75
Bij de voetnoot bijhorende bij de naam Abdallah Ibn Sabaa staat dat de geleerde Sayyed Mortadaha Al Askari een groot onderzoek heeft verricht over Abdulllah Ibn Sabaa en dat hij ter conclusie is gekomen dat het een leugen is.
Een grootgeleerde binnen het shiisme is Alamah Al Hilli. Deze grootgeleerde heeft vele boeken geschreven. Alamah Al Hilli maakt ons het volgende duidelijk over Abdallah Ibn Sabaa:
Abdallah Ibn Sabaa was bezig met slechte handelingen (kufr). Hij beweerde onder andere dat Imam Ali (a) Allah was en dat Imam Ali (a) een profeet was. Dit heeft hij verteld in het volgende boek:
Boek: Rijaal Ibn Dawud
Auteur: Ibn Dawud Al Hili
Bladzijde: 254
Het is, InshaAllah, duidelijk dat Abdallah Ibn Sabaa niet de oprichter van het shiisme is. De geleerden van de Shia bestempelen hem als kufr.
Wie anders dan Abdallah Ibn Sabaa?
Wanneer wij de heilige Koran gaan lezen zien wij dat in twee verzen het woord “shia” voorkomt. Het is belangrijk dat wij snappen wat Allah (swt) bedoelt met het woord “shia” zodat wij de overleveringen van de profeet (s) kunnen snappen over “de shia”.
Hoofdstuk al Qassas [28-15]:
وَدَخَلَ الْمَدِينَةَ عَلَى حِينِ غَفْلَةٍ مِّنْ أَهْلِهَا فَوَجَدَ فِيهَا رَجُلَيْنِ يَقْتَتِلَانِ هَذَا مِن شِيعَتِهِ وَهَذَا مِنْ عَدُوِّهِ
Dit vers gaat over het voorval dat profeet Musa (a) de stad binnen kwam en hij twee mannen aan vechten zag. De heilige Koran zegt dat de ene man van zijn SHIA was en de andere man zijn vijand was.
In hoofdstuk Al Sifat [37-83] staat:
وَإِنَّ مِن شِيعَتِهِ لَإِبْرَاهِيمَ
Zij behoren tot de “shia” van Abraham.
Weer wordt het woordje “shia” gebruikt in de heilige Koran. Het woord “shia” betekent volgeling of groep. [1]
Een van de overleveringen van de Profeet (s) waarin hij (s) het word SHIA gebruikt:
Boek: Tafseer al Tabari
Auteur: Al Tabari
Deel: 24
Het vers “أولئك هم خير البرية ” gaat over de shia van Imam Ali (a), zoals de profeet (s) toen zei: “O Ali, jij en jouw shia.”
Het is ook interessant om te kijken hoe een van de shia geleerden het woordje “shia” uitlegt:
Boek: Sjarh Al Lumaa
Auteur: Shaheed al Thanie
Deel: 2
Bladzijde: 228
“De shia zijn degenen die Ali volgen.”
الشهيد الثاني في كتابه شرح اللمعة قال : “والشيعة من شايع عليا – أي اتبعه وقدمه على غيره في الإمامة وإن لم يوافق على إمامة باقي الأئمة ، فيدخل فيهم الإمامية والجارودية من الزيدية والإسماعيلية غير الملاحدة منهم والواقفية والفطحية
Ik ben tot de conclusie gekomen dat de shia de volgelingen zijn van Amir Al Muminien Ali Ibn Abu Taleb (a) en niet de volgelingen van Abdullah Ibn Sabaa.
Ik wil graag dit artikel met het volgende eindigen:
De Profeet Mohammed (s) heeft het volgende aan ons duidelijk gemaakt: “Voorwaar, ik laat aan jullie twee waardevolle dingen (thaqalayn) achter: het Boek van Allah en mijn Ahlalbait. Voorwaar, deze twee zullen nooit van elkaar scheiden tot ze naar mij terugkeren bij de wand van de Vijver.”
Boek: Saheeh Moslim (boek 44)
Hoofdstuk: Fadhael Ali
Hadithnummer: 2408
Bladzijde: 216
[1] Sahaah Al Jawahari deel 3 bladzijde 156