In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle
Biografie
Naam: Fatima
Titel: al-Zahra, al-Tahira, Batool, Seddiqah, Umm Abiha
Vader: Profeet Mohammed (s)
Moeder: Khadidja (a)
Geboortedag: 20ste Jumada II, in de 5de Jaar na de openbaring van het Profeetschap. 615 A.D., Medina (Saudi Arabië)
Overlijdingsdag: 13de Jamadi al Awal of 3de Jamadi al Thani 11de Hijrah ; 632 A.D., Medina (Saudi Arabië)
De geboorte
Haar vader was Mohammed, de zoon van Abdullah (s), de Heilige Profeet van de Islam. De laatste Profeet en de beste creatie. Haar moeder was Khadidja, de dochter van Khuwaylid, een van de rijkste vrouwen van de stam Quraish. Ze heeft al haar rijkdom gespendeerd om de Islam te verspreiden en toen ze overleed was ze niet eens in het bezit van een lijkwade. Ze was zo beroemd vanwege haar kuisheid, dat mensen haar al-Tahirah (puur) noemden voor de komst van de Islam. Ze was de eerste vrouw die de Islam accepteerde.
Het woord Fatima betekent “gescheiden”. Ze is Fatima genoemd, omdat haar volgelingen door de zegeningen van haar verheven status gescheiden zijn van de Hel. Zahra betekent “lichtgevend”. Seddiqah betekent “iemand die niets anders vertelt dan de waarheid”. Tahirah betekent “puur en rein. Batool betekent “gescheiden van onreinheid”.
Umm Abiha betekend “de moeder van haar vader”. De Profeet Mohammed (s) gaf haar deze titel en dit laat zien dat Fatima (a) de Profeet behandelde zoals zijn moeder zou doen. Dit is bewezen in de hele geschiedenis, omdat zij haar vader verzorgde en zijn wonden behandelde gedurende de oorlogen en wanneer ze thuis was en bij vele andere gebeurtenissen.
Eigenschappen
Fatima (a) is de Meesteres van alle vrouwen van de werelden.
In een van zijn uitspraken (waarover soennieten en sjiieten het eens zijn) zegt de Heilige Profeet (s): “Fatima is de Meesteres van alle vrouwen van de werelden.” Hoewel Maryam (a) in de Heilige Koran wordt genoemd als de beste vrouw van de werelden, ze een hoge positie heeft, beschouwd wordt als zeer kuis en ze een van de vier beste vrouwen is, is de positie van Fatima (a) de hoogste. Maryam (a) was de beste vrouw in haar tijd, maar Fatima’s (a) superioriteit is niet gebonden aan haar leven of haar plaats in de geschiedenis. Dit is de reden waarom de Profeet Mohammed (s) haar in een andere overlevering heeft benoemd tot de beste der vrouwen, van de eerste tot de laatste. Een ander punt dat afgeleid kan worden uit deze verhalen is het volgende: omdat Fatima (a) de beste vrouw is en niemand met haar te vergelijken is, is het kennen en herkennen van haar leven en ieder moment daarvan zeer waardevol. Iemand kan namelijk een grote spirituele ontwikkeling doormaken door haar leven te bestuderen. Als er verder wordt gekeken naar de Heilige Koran, dan worden daar verschillende verzen gevonden die zijn geopenbaard om haar positie te bevestigen:
[Heilige koran 33:33] deze vers is bekend als het Tat’hir vers, [Heilige koran 3:61] is bekend als het Mubahilah vers, [Heilige koran 17:26].
(“Geef de verwanten, de armen en de reiziger het hun toekomende….”) de eerste verzen van hoofdstuk 76 (Al-Insan) en heel hoofdstuk 108 (al Kawthar).
Imam al-Sadiq (a) (de zesde Imam) zei: “Wanneer Fatima bad, dan scheen ze voor de hemelen, zoals de sterren schijnen voor de mensen op aarde”.
Gebeurtenissen uit het leven van Fatima (a)
Morele waarden
Fatima (a) had hoge morele waarden en haar leven stond in het teken van aanbidding.
We zullen twee van haar daden belichten, waarbij we in acht nemen dat deze slechts een heel klein deel van haar morele waarden zijn.
De halsketting
Jabir Ibn Adbullah al-Ansari, een metgezel van de Profeet (s), vertelde dat een arme immigrant naar de Profeet (s) kwam en hem om hulp vroeg. De Profeet (s) antwoordde: “Ik heb niets in mijn bezit. Ga naar het huis van mijn dochter, dat naast het mijne staat”. Daarop leidde Bilal hem naar het huis van Fatima. Hij zei: “Vrede zij met u, oh familie van de Profeet!” en vroeg om hulp. Toen Fatima (a) zich bewust werd van zijn armoede bracht ze hem, hoewel zij, haar vader en haar man niets te eten hadden gehad gedurende drie dagen, een halsketting die Hamza’s (a) zoon -haar neef- haar had gegeven en zei tegen de man: “Neem dit en verkoop het. Ik hoop dat Allah jou iets geeft dat beter is dan dit”. De man nam de halsketting, ging naar de Profeet (s) en beschreef de gebeurtenis. De Profeet (s) huilde en bad voor hem. Ammar ibn Yasir (de metgezel van de Profeet (s)) stond op en nadat hij om toestemming gevraagd had, kocht hij de halsketting en gaf de man voedsel, kleding, een dier en geld om te reizen. De Profeet (s) vroeg aan de man: “Ben je tevreden?” De man schaamde zich en bedankte hen. Ammar deed de halsketting in een Yemenitisch kleed, parfumeerde het en gaf het aan de Profeet (s) samen met zijn slaaf. De slaaf kwam bij de Profeet (s) en vertelde het verhaal. De Profeet (s) gaf daarop de halsketting en de slaaf aan Fatima (s). De slaaf kwam bij Fatima (a). Ze nam de halsketting aan en liet de slaaf vrij. De slaaf lachte en toen hem werd gevraagd naar de reden, antwoordde hij: “Wat een gezegende halsketting! Het heeft een hongerige gevoed, een naakte bedekt, een man die te voet was kreeg een rijdier, het bevrijdde iemand van zijn hebberigheid, bevrijdde een slaaf en uiteindelijk is het terug gekomen bij zijn eigenaar”.
De trouwjurk
De Profeet (s) kocht voor Fatima (a) haar trouwceremonie een nieuwe jurk. Fatima (s) had voordien alleen maar een jurk die ze al vaak had moeten herstellen en daardoor bedekt was met veel lapjes. Een arme man kwam naar haar huis en vroeg haar om gebruikte kleding. Fatima (a) besloot niet de oude jurk te geven, gebaseerd op het volgende vers : “Gij zult stellig geen goedheid bereiken, tenzij gij mededeelt van hetgeen u lief is en wat gij ook besteedt” [Heilige Koran 3:92]. Daarop gaf zij hem de nieuwe jurk.
Haar huwelijk
Er waren veel mannen die vanwege de gezegende status van Fatima al Zahra (a) met haar wilden trouwen, waaronder Omar en Abu Bakr. De Profeet (s) antwoordde: “Allah heeft haar gezag”. Anas ibn Malik vertelde dat Othmaan en Abdel Rahmaan ibn Ouf hetzelfde deden en dat zij bereid waren om een hoge bruidschat te betalen. Op dat moment verscheen Gabriël aan de Profeet (s) en zei: “Mohammed! Allah zendt zijn zegeningen en beveelt: “Laat Fatima met Ali trouwen.”
Imam Ali (a) vroeg Fatima’s (a) hand en de Profeet (s) ging akkoord met dit huwelijk dat was voorbestemd door de Goddelijke Wil.
Het is vermeld in de verhalen van de Profeet (s) dat hij heeft gezegd:” Als Ali niet had bestaan, zou er niemand geschikt zijn geweest voor Fatima”. Fatima (a) had maar een kleine bruidschat. Ze hadden vijf kinderen: Hassan, Hussain, Zainab, Umm al Kulthum en Mohsin (a) die door een miskraam dood geboren werd tijdens de gebeurtenissen na de dood van de Profeet (s).
Imam Hassan en Imam Hussain (a), die opgeleid zijn door deze moeder, zijn van de twaalf Imams, en de andere Imams, (op Imam Ali en Imam Hassan (a) na) zijn van het nageslacht van Imam Hussain (a) en zijn daardoor verwant aan de Profeet (s) door Fatima (a). Dit is de reden dat zij “Umm al A’immah” (moeder van de Imams) wordt genoemd. Zainab, haar oudste dochter, was geleerd, kuis en een zeer vrome vrouw. Na het overlijden van Imam Hussain (a) verklaarde zij de opstand van de Imam zo goed, dat de mensen zich gingen verzetten tegen de onderdrukking van Yazid en verschillende keren kwamen er opstanden om te zorgen dat de troon van Yazid omvergeworpen moest worden.
Er kan algemeen gesteld worden dat ze nooit stopte met haar aanbidding, zelfs niet onder de ergste omstandigheden, en dat dit gebaseerd was op wat zij van Allah (swt) wist.
Umm al-Kulthum was ook opgeleid door Fatima (a). Zij was een eerbare, wijze en welsprekende vrouw die bij Zainab (a) was na Ashura en ze had een belangrijke rol wanneer het ging om het bewust maken van mensen.
Fatima (a) na de dood van de Profeet (s)
Fatima (a) had erg veel verdriet na de dood van de Profeet (s). Ze had niet alleen haar vader verloren, maar ook de beste creatie en de Zegel der Profeten. Diegene met hoge morele deugden, die de tevredenheid van Allah (swt) over zich had en bij wie de openbaringen waren geëindigd.
Bovendien was de opvolging zich toegeëigend door personen die daar niet het recht toe hadden. De Islam begon zijn ware vorm te verliezen. Fatima (a) verborg haar verdriet nooit. Soms ging ze naar het graf van de Profeet (s) en rouwde ze daar. Soms bezocht ze de graven van de martelaren van Uhud en Hamza (a), de oom van de Profeet (s). Zelfs wanneer de vrouwen van Medina haar vroegen naar de reden van haar verdriet noemde ze altijd heel duidelijk de dood van de Profeet (s) en het feit dat het recht tot opvolging van de juiste personen was afgenomen.
Er was nog maar weinig tijd verstreken sinds de dood van de Profeet (s) en zijn aanbevelingen en de overdraging van het leiderschap naar Imam Ali (a) op Ghadir, die was uitgevoerd op bevel van Allah, waren vergeten. Ze verzamelden zich op een plek die “Saqifah” wordt genoemd en kozen iemand als hun leider aan wie ze vervolgens de eed van trouw zworen.
Daarom verzamelden er zich enkele moslims in het huis van Fatima (a) om te laten zien dat zij bezwaar maakten tegen de onrechtmatige toeëigening van het leiderschap en het feit dat men het bevel van Allah (swt), dat Ali (a) de leider van de moslims moest zijn, negeerde.
Toen Abu Bakr – die slechts gekozen was door de mensen die zich hadden verzameld in Saqifah- hoorde van deze bijeenkomst, stuurde hij Omar naar het huis van Fatima (a) met het bevel dat Imam Ali (a) en de anderen die in de moskee waren onder dwang de eed van trouw moesten afleggen. Dus ging Omar met wat andere mensen naar het huis en droegen zij fakkels bij zich.
Toen hij daar aankwam stond Fatima (a) achter de deur en vroeg hem de reden van zijn komst. Omar antwoordde dat hij Imam Ali (a) en de anderen mee ging nemen naar de moskee, zodat zij daar de eed van trouw konden afleggen. Fatima (a) verbood hen dit en zei dat ze dit niet konden doen en maakte haar afkeur kenbaar. Daarop viel de groep van Omar uit elkaar en een aantal van hen ging terug naar hun huizen. Vanaf dat moment dreigde Omar om het huis, met alle mensen die er in zaten, in brand te steken, wetende dat ook Fatima (a) daar aanwezig was. Toen gingen een aantal van de demonstranten naar buiten en Omar vocht met hen en brak hun zwaarden, maar Imam Ali (a), Fatima (a) en hun kinderen waren nog steeds in het huis. Daarna gaf Omar het bevel om wat hout voor de deur neer te leggen, stak dit in brand en drong het huis binnen. Hij inspecteerde het huis met zijn volgelingen en bracht daarna Imam Ali (a) met grof geweld en dwang naar de moskee. Door deze gebeurtenissen raakte Fatima (a) ernstig gewond en ging ze een zware tijd door, maar ze deed het niet rustiger aan en ze ging naar de moskee, omdat zij de plicht had om de Imam van haar tijd te verdedigen. Ze richtte zich op Omar en Abu Bakr en de anderen en waarschuwde hen voor de woede en straf van Allah (swt), maar ze bleven doen wat ze deden.
Erfenis
Fatima (a) was ook onderdrukt betreffende Fadak na de dood van de Profeet (s). Fadak is een dorp dat zo’n 165 kilometer verwijderd is van Medina. Het heeft vruchtbare aarde, bronnen en heel veel dadelbomen. Fadak behoorde toe aan de Joden en zij hadden Fadak gegeven aan de Profeet (s) zonder enige vorm van oorlog. Het was dus “Anfal” wat aan Allah (swt) en de Profeet (s) toebehoorde, zoals de Heilige Koran zegt. Nadat het vers “Geef de verwanten, de armen en de reiziger het hun toekomende….” was geopenbaard, gaf de Profeet (s) Fadak aan Fatima (a), zoals Allah (swt) bevolen had.
Imam Ali en Fatima (a) hadden enkele zaakwaarnemers in Fadak die daar werkten en het inkomen naar Fatima (a) stuurden na de oogst. Zij gaf de zaakwaarnemers eerst hun salaris, waarna ze het overgebleven geld verdeelde onder de armen, terwijl ze zelf zo sober mogelijk leefde.
Soms gaf zij hun dagelijks eten weg en ging dan zelf hongerig slapen, maar ze dacht altijd als eerste aan de armen en deed dit puur voor Allah (swt) (zoals genoemd is in het begin van hoofdstuk 76).
Na de dood van de Profeet (s) schreef Abu Bakr een verhaal toe aan de Profeet (s), waarin hij zei dat Profeten geen erfenis achterlaten en beweerde dat deze erfenis toebehoort aan alle Moslims. Fatima (a) verdedigde haar recht op twee manieren. Als eerste bracht ze enkele mensen naar voren die voor haar getuigden dat de Profeet (s) Fadak aan haar had gegeven tijdens zijn leven en dat Fadak dus geen erfenis was. Vervolgens gaf zij een preek, die een zeer diepgaande betekenis had, over monotheïsme, profeetschap en Imamaat, in de moskee van de Profeet (s). Ze bewees de zwakte van de claim van Abu Bakr in een zeer welbespraakte en heldere preek. Ze vroeg Abu Bakr: “Waarom spreek je de Koran tegen?” en noemde vervolgens enkele Koranverzen over Sulaiman (a) als de erfgenaam van Dawood (a), evenals het vers waarin Zakaria (a) Allah vraagt om een erfgenaam voor zichzelf en de familie van Jacob.
Daarom, ook als je aanneemt dat de Profeet (s) Fadak niet aan Fatima (a) zou hebben gegeven tijdens zijn leven, behoorde het alsnog toe aan Fatima (a) na zijn dood en de claim dat profeten geen erfenis na laten is in tegenspraak met de waarheid en haar bewijs. Het is immers onmogelijk dat de Profeet iets zegt dat tegengesteld is aan de woorden Allah (swt), dit heeft Allah (swt) meerdere keren in de Koran benadrukt.
Fadak werd echter niet teruggegeven aan zijn rechtmatige eigenaar en werd onrechtmatig toegeëigend. We moeten hier opmerken dat de preek van Fatima (a) en haar bewijs zo helder waren, dat niemand hieraan twijfelde en veel mensen het innerlijk hadden aanvaard. De reden dat Omar, de tweede khaliefa, Fadak terug gaf aan Imam Ali (a) en Fatima’s kinderen na de islamitische veroveringen, was dat de regering het inkomen van Fadak niet meer nodig had. Het werd echter opnieuw afgenomen toen Othmaan khaliefa werd.
Het martelaarschap van Fatima (a)
Uiteindelijk werd Fatima (a) ernstig ziek, omdat ze zwaar gewond was geraakt tijdens de aanval bij haar huis. Op een dag riep ze Imam Ali (a) bij zich en ze wilde dat hij haar testament ging opmaken. Ze gaf het bevel om haar lichaam in de nacht te wassen, haar in de nacht de lijkwade om te doen en haar in de nacht te begraven en dat niemand van degenen die haar hadden onderdrukt aanwezig zou zijn op de begrafenis en voor haar zou kunnen bidden.
Het was de derde van Jamadi al Thani, elf jaar na de Hijra. Fatima (a) vroeg om wat water en waste haar lichaam en voerde de rituele wassing uit. Daarop trok ze nieuwe kleding aan en ging in bed liggen, met haar hand onder haar wang en zei: “Ik zal nu overlijden”. Andere overleveringen melden dat Fatima (a) tijdens haar gebed in een neerknielende houding haar laatste adem uitblies. Fatima (a) werd een martelaar als gevolg van haar zware verwondingen. Ze was slechts 18 jaar oud op dat moment en het was slechts 75 dagen na de dood van de Profeet (s).
Bron: http://www.imamreza.net/
De trouwjurk van Fatima al-Zahra (a)
Op de dag van haar bruiloft, toen ze met de vrouwen onderweg was naar het huis van Imam Ali (a), kwam ze een bedelaar tegen, die haar smeekte om haar iets te geven.
Fatima (a) had behoudens haar trouwkleding niets waardevol om weg te geven. Fatima (a) zei tegen de andere vrouwen dat ze om haar heen moesten staan, waarop ze haar trouwjurk uittrok en het aan de bedelaar gaf. Toen profeet Mohammad (s) zijn dochter zag met oud en versleten kleding, vroeg hij haar: “Waar is jouw trouwkleding die ik aan jou heb gegeven en waarom heb je deze kleren aan, mijn dochter?”
Fatima (a) zei: “Onderweg kwamen we een bedelaar tegen en ik had behalve mijn trouwkleding niets waardevol om aan haar weg te geven, daarom heb ik mijn trouwkleding aan haar geschonken.”
De Profeet (s) kreeg tranen in zijn ogen en zei: “Fadaaha Abohaa”.
Bron: Al-Asfouri, Nuzhat al-Majalis v.2, p.22
Fatima al-Zahra (a): Het leren en het toepassen van kennis
Op een dag kwam de profeet Mohammed (s) naar het huis van zijn geliefde dochter Fatima (a). Fatima (a) stelde haar vader (s) een aantal vragen over godsdienstige rechten. Eén van de vragen ging over de plichten van de vrouw ten opzichte van haar echtgenoot. Eén van de vele dingen die de profeet (s) haar vertelde was: “O Fatima! Een vrouw die dingen eist, die buiten de middelen van haar echtgenoot zijn, wordt verwijderd van goddelijke genade.”
Na het huwelijk van Fatima Al Zahra (a) met Imam Ali (a), heeft ze nooit om iets gevraagd dat haar echtgenoot Imam Ali (a) zich niet kon veroorloven, omdat zij wist dat hij in verlegenheid zou worden gebracht als zij dat zou zeggen. Op een dag stond Imam Ali (a) erop dat zijn vrouw Fatima Al Zahra (a) hem om iets vroeg. Na veel aandringen ging Fatima Al Zahra (a) ermee akkoord en vroeg ze om een granaatappel. Dus is Imam Ali (a) naar de markt gegaan om een granaatappel te kopen.
Op de terugweg naar huis vielen zijn ogen op een arme man, die ziek was. Imam Ali (a) vroeg de arme man wat hij wilde. De arme man vertelde dat hij heel graag die granaatappel wilde eten. Zonder enige aarzeling gaf Imam Ali (a) de arme man de granaatappel, die hij voor zijn vrouw had gekocht. Nu liep Imam Ali (a) in de richting van zijn huis. Imam Ali (a) voelde zich schuldig en bedacht dat dit de eerste keer was dat zijn vrouw Fatima Al Zahra (a) om een granaatappel vroeg en hij er niet in geslaagd was deze voor haar mee te nemen. Hoewel Imam Ali (a) ervan overtuigd was dat Fatima (a) de dochter van de profeet Mohammed (s) juist blij zou zijn als zij te horen zou krijgen dat de granaatappel voor het goede doel was weggegeven, voelde Imam Ali (a) zich toch schuldig.
Ondertussen kwam engel Jibraiel (Gabriel) naar de profeet Mohammed (s) en bracht hem een blad met granaatappels uit de hemel en hij vertelde de profeet (s) wat er zojuist was gebeurd. De profeet Mohammed (s) gaf het blad aan Salman Al-Farsi (r.a) en vroeg hem om het bij Fatima Al Zahra (a) af te leveren voordat Imam Ali (a) thuis kwam. Fatima (a) vroeg: “O Salman! Waar komt dit blad vandaan?”Salman Al Farsi (r.a) zei: “O dochter van de Heilige profeet Mohammed, U wilde heel graag een granaatappel van uw echtgenoot Imam Ali (a). Deze heeft hij gekocht en aan een arme bedelaar gegeven. Voor zijn oprechte handelen heeft Allah (swt) dit blad uit de hemel verstuurd, zodat aan uw wens is voldaan en Imam Ali (a) ook wordt behouden van alle schaamte.” Imam Ali (a) arriveerde thuis met zijn hoofd naar beneden van schuldgevoel. Zodra hij binnenkwam vroeg hij: “O Fatima! Wat is deze geur van de granaatappel die ik ruik?” Fatima Al Zahra (a) antwoordde: “O Ali! Deze granaatappels zijn wat jij mij hebt gezonden. Jij gaf ze aan een bedelaar en in ruil hiervoor heeft Allah (swt) ze uit het Paradijs gezonden.”
Het bovengenoemde incident laat zien hoe Fatima (a), de dochter van de profeet Mohammed (s), van haar vader leerde en haar kennis in haar leven toepaste. Vergeet niet: Men kan zeggen dat dit niet relevant is voor vandaag! Omdat mannen en vrouwen alle¬bei werken en verdienen. De werkende vrouw zal geen behoefte hebben om iets aan haar echtgenoot te vragen. In feite kan de werkende vrouw haar man in sommige gevallen juist financieel steunen. Wat dan? Misschien was de profeet Mohammed (s) zich ook bewust van de voorgestelde situatie. Eén van de adviezen die hij (s) aan zijn dochter (a) gaf was: “Een vrouw die tegen haar echtgenoot zegt dat hij van haar rijkdom eet en kleedt, zal niet eens een glimp van het Paradijs te zien krijgen.”
Bron: http://www.imamreza.net
Het belang van Fatima al-Zahra (a)
De profeet zegt: “Fatima is de moeder van haar vader”!
Als wij praten over Fatima al-Zahra (a) dan praten wij over een zeer bijzonder mens. Een mens dat in de islam een unieke positie inneemt. Een persoon die voor de moslims een meerwaarde heeft betekend. Een mens die de profeet (s) altijd heeft geëerd. Een mens die Allah (swt) heel speciaal heeft gemaakt! Als wij kijken naar wat de Profeet (s) gedaan heeft, om te laten zien hoe belangrijk Fatima Al-Zahra (a) eigenlijk is:
– Wanneer Fatima (a) ooit binnenkwam bij de Profeet (s), stond de Profeet (s) op, kuste haar handen en haar gezicht en liet haar op zijn plek zitten.
In de Arabische sfeer is dit een gebaar die zegt dat Fatima (a) zo belangrijk is, zo veel waarde heeft, dat zij de plek van de Profeet (s) inneemt! Natuurlijk zal zij niet tot de plek van de Profeet (s) komen, omdat de Profeet (s) de heiligste der heiligen is, maar het is een gebaar aan ons, de mensen, om duidelijk te maken wat zij betekent. Wat voor waarde zij heeft. De mensen vroegen aan de Profeet (s) waarom hij haar zo behandelt.
Zijn antwoord was: “Fatima is een menselijke engel, steeds als ik de hemel mis, kus ik haar om de geur van hemel te ruiken.”
Ook zei de Profeet Mohammed (s): “Fatima is een onderdeel van mij, wie haar woedend maakt, maakt mij woedend, en wie mij woedend maakt, maakt Allah woedend.” Bovendien: “Fatima is de meesteres van de vrouwen in alle werelden.”
Waarom is Fatima zo belangrijk? Waarom hecht de Profeet (s) zoveel waarde aan haar.
Natuurlijk is het de dochter van de heiligste profeet die ooit bestaan heeft. En natuurlijk heeft Allah (swt) de werelden bevolen om de familie van de Profeet Mohammed (s) lief te hebben en te koesteren. Zij waren zo belangrijk dat de schepping van Allah (swt) aan hen te danken is.
Maar er was meer dan de familierelatie tussen Fatima al-Zahra en de profeet (s). Fatima (a) is veel groter dan alleen de dochter van de Profeet Mohammed (s), wat op zich al genoeg reden is om haar te koesteren.
Ten eerste het verhaal van haar schepping:
Toen de Profeet (s) werd meegenomen door Gabriel naar de hoge hemelen in de Miraaj, bereikte de Profeet (s) het hoogste wat een mens ooit bereikt heeft, namelijk het dichtbij komen bij de macht van Allah (swt). Tijdens deze Miraaj zegt de profeet (s): “Tijdens mijn Miraaj is mij een appel uit de hemelen gegeven, uit deze appel is de eerste cel van Fatima (a) in mij gemaakt.”
Fatima (a) is dus geen gewone schepping, het is een schepping van Allah (swt) uit de hemelen van Allah (swt).
Als er naar het verhaal van Jezus (a) gekeken wordt, dan zien we dat ook de profeet Jezus (a) geboren is door een hemelse geest. Zijn moeder Maryam droeg hem zonder dat een man haar raakte.
Fatima (a) is dus bijzonder, omdat zij direct uit de hemelen is gemaakt door de appel die onze Profeet (s) gegeten heeft. Maryam was de meesteres van de vrouwen in haar wereld, door de baring van Jezus, door haar Imaan (geloof), door haar kuisheid en reinheid. Maar Fatima al-Zahra (a) is de meesteres van de vrouwen in alle werelden. Want Fatima (a) is geboren uit het licht van de macht van Allah (swt). Allah (swt) heeft haar geschapen uit het licht van zijn macht.
In de boeken van de geschiedenis staat het volgende verhaal vermeld: Allah schiep Fatima uit het licht van zijn macht, toen zij verscheen, lichtten de hemel en aarde op. De engelen vroegen Allah (swt) “O Allah wat is dit?.” Allah antwoordde: “dit is een stuk licht van mijn licht! En ik heb het in mijn hemel laten plaatsnemen, ik heb het uit mijn macht gemaakt. Ik laat het verschijnen uit één van mijn profeten die heiliger is dan alle profeten, en ik laat uit dat licht imams verschijnen die mijn woord verspreiden.” En hiermee zijn wij aangekomen bij het belangrijkste punt:
– Fatima (a) vormde de voortzetting van de islam. Om dit te belichten moeten we een stapje terug nemen: Uit de overlevering komt het volgende naar voren:
De profeet heeft de kennis van de profeten vanaf de eerste tot de laatste der Profeten. Er is niets dat in Adam, Ibrahiem, Jezus, Mozus of welke profeet dan ook zat, of onze Profeet Mohammed (s) bezat deze ook. Dit maakt onze Profeet (s) zo compleet, zo waardevol en belangrijk voor de mensheid.
Ali (a) heeft de kennis van alle awsaiaa, de plaatsvervangers, de mensen op wie de profeten konden rekenen qua kennis en Imaan. Ali (a) bezat de kennis van de twaalf hawarien van Jezus, van Mozus en van alle Profeten. Het zijn deze twee personen met de kennis die ze bezitten wat de islam compleet heeft gemaakt.
De islam is niet compleet zonder deze twee dingen. Kijk maar naar overlevering van de thakalayn, of het vers in de Koran: “En vandaag heb ik jullie godsdienst vervolmaakt.” Dit is een aanwijzing voor de mensen dat de islam pas compleet was na Ghadier Khum en de aanstelling van Imam Ali (a).
Er zijn drie pilaren die de islam dragen, en als één van deze pilaren valt, dan valt de islam. Een gebouw dat staat op drie pilaren, valt om als je er eentje weghaalt. De drie pilaren zijn de Koran, het profeetschap (Mohammed (s)) en het leiderschap (Imama van Imam Ali en zijn zoons).
Dus als één van deze pilaren valt, valt daarmee de islam!
Daarom is er na de profeet (s), als de profeet (s) overlijdt en ook Imam Ali (a) overlijdt, een punt nodig waarin deze twee pilaren samenkomen. Er moet iets zijn waardoor de mensheid niet in de steek wordt gelaten, zonder dat een van beide pilaren valt. Een schepping die de beide pilaren draag en voor het samenzijn van de pilaren, voor de continuïteit van de islam zorgt. Fatima (a) is degene die daarvoor zorgt.
Haar vader was de profeet (s) en zij erfde van hem zijn kennis. Haar man was Imam Ali (a) en van hem leerde zij zijn kennis. En uit/van haar kwamen de twaalf Imams (a) die de kennis droegen van de Profeten en de awsiaa. Daarom is Fatima zo belangrijk voor ons, zij is de reden voor het blijven voortbestaan van de islam. De profeet (s) hoorde Khadidja (toen zij zwanger was) een keer met de foetus (Fatima) praten. Hij vroeg haar: “O Khadidje met wie spreek jij?.” Khadidja antwoordde: “het is de foetus die mij toespreekt” .
De Profeet antwoordde daarop: “O Khadidja, dit is Gabriel die mij meldt dat het een vrouw zal zijn en dat het mijn heilige nageslacht zal zijn. En dat Allah mijn nageslacht uit haar zal scheppen, en uit haar nageslacht zal Allah imams maken, die zijn wil vertegenwoordigen nadat de Wahie, of Nubuwa, is verdwenen”
Dus Allah (swt) heeft Fatima (a) geschapen uit zijn licht, uit het licht van zijn macht en hij heeft uit haar de islam laten voortbestaan. Door haar is de ware islam blijven bestaan. Daarom zegt Allah (swt): “En hij leidt tot zijn licht wie hij wil leiden.” Het is het licht van Fatima, van Ahlalbait (a). Fatima (a) is de draagster van onze islam en daarom zegt de Profeet (s): “Fatima is de moeder van haar vader.”
Niet de moeder van de persoon van de profeet (s), maar de moeder van de godsdienst die de profeet draagt. En niets kan blijven voortbestaan zonder moeder, niets kan tot de wereld komen zonder moeder. Zonder vader lukt dat wel, kijk maar naar Maryam en Mozus, maar de moeder is de belangrijkste schakel. Fatima (a) is de belangrijkste schakel. Fatima (a) bezat de kennis die de Profeet (s) bezat, zij bezat de kennis van de islam, de Goddelijke kennis.
Wat leert Fatima ons?
Er zijn twee lessen die wij door Fatima geleerd hebben:
– De eerste is Sabr, geduld: Er is geen groter geduld dan het geduld van Fatima al-Zahra (a). Geduld kent drie vormen: geduld tijdens rampen, geduld tijdens voorspoed en geduld voor 3ibada, voor het werken, het doen! In alle drie de vromen betekent geduld: ondanks de situatie blijven bij de regels en richtlijnen van Allah (swt).
1. Geduld tijdens rampen is duidelijk: dat je bij het verliezen van een dierbare, veel geld of wat dan ook, niet afdwaalt. Dat je niet uit je dak gaat en het verkeerde pad volgt, zoals stelen of iets dergelijks.
2. Geduld tijdens voorspoed: stel je voor je hebt veel geld, je hebt een hele mooie auto gekregen. Wat ga je ermee doen? Ga je, je geld uitgeven aan kleren, schoenen, tattoo’s of andere dingen, of ga je met je geld ook arme mensen helpen, ga je de khums wel betalen etc. Dat is een beproeving en daar heb je geduld voor nodig.
3. Als laatste is het geduld voor Iebada (aanbidden). Vooral hier in deze landen hebben we dat nodig. Hoe vaak komen we situaties tegen waar we niet “kunnen” bidden, waar we uit moeten kijken dat mensen ons niet zien etc. Bidden is verplicht en je kunt altijd bidden! Het gaat erom wat we meer waarde geven, is dat ons imago bij mensen, of is dat de wil van Allah (swt). Ik ga wel mee met vrienden naar feesten, je weet toch, ik moet wel integreren, ik ga niet drinken of dansen etc. Allemaal vormen van beproeving en daar moeten we op voorbereid zijn, om het doel te bereiken.
Kijk naar Fatima (a): zij hebben haar, haar erfenis afgenomen, haar recht ontnomen op het khums, haar man’s recht ontnomen op het Leiderschap, haar huis verbrand, haar botten gebroken, haar een miskraam bezorgt, maar toch bleef zij geduldig en sterk. Zij klaagde naar Allah (swt), maar bleef Imam Ali (a) dienen en gehoorzamen omdat hij de Imam (a) was.
Dit geduld moeten wij hebben in ons leven. In Nederland is het soms absoluut niet makkelijk om je geloof te praktiseren. Soms moet je daar echt moeite voor doen en is het makkelijker om de andere kant op te gaan, maar dan komt geduld om de hoek kijken. En zolang wij het geduld kunnen opbrengen broeders en zusters, zal Allah (swt) ons helpen alle moeilijkheden door te komen: “Allah (swt) is met hen die geduldig zijn!”
– De tweede les die we kunnen leren van Fatima (a) is: vrijgevigheid voor Allah (swt): De familie van Imam Ali (a) en Fatima (a) kon de rijkste familie in die tijd zijn, zij hadden het recht op een goed leven door de khums die hen toekomt. Maar zij waren niet rijk, zij konden soms met moeite voor hun eigen eten zorgen.
Zo was het ook in één der jaren in de maand Ramadan. Het was een zware tijd voor Imam Ali (a). In het huis van Fatima (a) was op een dag nog slechts meel over om brood te maken. En zij maakten daar 6 stukken brood mee, voor ieder één. Imam Ali (a), Fatima (a), Hassan (a), Hussein (a), Zainab en Fitha (dienst meisje).
Fatima (a) maakte de broden klaar om ze tijdens de Iftar te eten, maar een uur of twee vóór de Iftar kwam een bedelaar langs het huis en vroeg om eten. Fatima (a) gaf hem alle broden en ze bleven over zonder eten, de volgende dag weer, maar toen kwam er een weeskind langs en weer gaf Fatima (a) het eten aan het weeskind. De derde dag was het de beurt aan een gevangene die honger leed en zo bleef de familie drie dagen in Ramadan zonder Iftar!
Allah (swt) heeft dit natuurlijk als bewijs gebruikt in zijn heilige boek om aan te geven wie de echte godvrezenden zijn.
Wij moeten van hen leren, om altijd vrijgevig te zijn aan de mensen die ons nodig hebben. Om ook niet te veel te blijven eisen. Je mag uitkijken naar het beste, maar wees tevreden met wat je hebt. En vraag Allah (swt) om jou meer te geven in Imaan (uit je hart geloven).
Er zijn mensen in deze wereld die niet kunnen eten, die geen slaapplaats hebben, die dag en nacht op zoek zijn naar iets dat hun honger stilt. En voor hen moeten we zorgen broeders en zusters. Wij leven in een luxe alhamdulillah (dank aan God), laten we de anderen laten zien dat wij met hen meeleven.
We kunnen trots zijn op onze Fatima (a) en onze zusters kunnen trots zijn dat zij haar weg volgen. De meest geweldige vrouw op aarde, die kennis bezat en gelovig was en nooit de wil van Allah (swt) overtrad.
Zuster wees trots en lees over Fatima (a), haar levensstijl, haar ideeën haar manier van handelen. Zij is de ware weg die wij moeten volgen.
Geschreven door: Waiel