In de naam van Allah, de Meest Barmhartige de Meest Genadevolle
De Fiqh (geloofsleer) is een belangrijk onderdeel van het geloof. Bij ‘Leer de Fiqh’ wordt in elk artikel een onderwerp betreft de Fiqh besproken tussen een vader en een zoon die zojuist de pubertijd heeft bereikt. Hij wil graag meer leren over het geloof en specifiek betreft de Fiqh-regels. Daarom stelt hij aan zijn vader verschillende vragen over verschillende Fiqh gerelateerde onderwerpen. De gesprekken gaan in een dialoogvorm zodat het leuk en gemakkelijk is voor de lezer en de antwoorden snel gevonden kunnen worden op specifieke vragen. Alle regels zijn in principe gebaseerd op de regels van Groot Ayatollah Sayed Al Sistani. De meeste regels gelden echter ook voor alle andere geleerden, dit zijn namelijk basisonderwerpen. Mocht je het zeker willen weten dan kun je ons een email sturen of je kunt op de website van jouw geleerde kijken.
Vandaag zal ik met je spreken over wudhu, ghusl en tayamum, zei mijn vader. Ik mompelde: “We zijn dus op de drempel van het eerste zuiverende middel dat het lichaam weer tahir maakt, nadat het door een of ander verschijnsel van zijn reinheid is ontdaan.” Ik herinnerde me al snel een paar voorbeelden van wat er met het lichaam gebeurt dat het onrein maakt. Ik vroeg mezelf daarna af waarom ik mijn lichaam zou moeten reinigen met wudhu. Maar omdat mijn vader aanwezig was, vroeg ik het hem.
* Waarom doen we wudhu?
– We doen wudhu om in een staat van tahara te zijn, om bijvoorbeeld het gebed te doen, of tawaaf rond de Ka’aba tijdens de hadj of de umrah, of de letters van de heilige Qoraan aan te raken (en Zijn namen en eigenschappen, zoals ar-Rahman al-Khaliq).
* Natuurlijk wordt wudhu met water gedaan. Zijn er voorwaarden waaraan het water moet voldoen?
– Ja.
1. Het water moet tahir zijn om de delen van je lichaam schoon te maken die normaal gesproken gewassen worden tijdens de wudhu of waarover gestreken wordt. Het water dient overvloedig (mu’tasim) te zijn om het lichaam tahir te maken door de wudhu.
2. Het water en de plaats waar je wudhu doet moet zonder eigenaar zijn en niet onrechtmatig verkregen. De reden waarom de plaats vrij moet zijn is omdat, als het water toe zou behoren aan een onrechtmatig verkregen plek, wudhu niet verplicht is.
Dan doe je tayamum in plaats van wudhu. Wanneer je ervoor kiest om er geen rekening mee te houden, dan wordt dat als een zonde beschouwd. Wel wordt je wudhu als zodanig geaccepteerd.
3. Het water moet zuiver zijn, niet gemengd. Bijvoorbeeld de kranen met stromend water in onze huizen en werkplaatsen, en niet bijvoorbeeld sinaasappelsap.
* Hoe moet ik wudhu doen?
– Nadat je je intentie gemaakt hebt, om deze daad van aanbidding te doen om nabijheid tot Allah te zoeken, moet je als volgt beginnen:
1. Was je gezicht vanaf het voorhoofd, dat wil zeggen vanaf de haargrens tot de kin, en wat binnen het horizontale bereik valt van je hand tussen de duim en de pink. [Dat gezegd hebbende: je wast je gezicht van boven naar beneden, zonder het dikke baardhaar te hoeven bevochtigen.]
2. Was je onderarmen van de ellebogen tot de vingertoppen, beginnend met de rechterarm. De manier waarop je dat doet is weer van boven naar beneden.
3. Strijk met je rechterhand (terwijl die nog nat is) over de bovenkant van je haar, bij voorkeur met de palm van de hand, beginnend bij de bovenkant richting de haargrens, stoppend bij het voorhoofd.
4. Strijk met je handen over je voeten beginnend bij de tenen tot de enkels. Gebruik je rechterhand om over de rechtervoet te strijken en de linkerhand om over de linkervoet te strijken, terwijl beide handen nog nat zijn van het oorspronkelijke water van de wudhu. Het is niet toegestaan om nieuw water te gebruiken. [Je mag niet met de linkervoet beginnen voor de rechter is gedaan.]
Je moet ook het volgende naleven als je wudhu doet:
1. Wudhu gebeurt in een vastgestelde volgorde, dat wil zeggen dat het wassen van het gezicht voor het wassen van de onderarmen komt en je rechterarm komt voor de linker; en het strijken over het hoofd gebeurt voor de voeten aan de beurt zijn.
2. De wassing dient ononderbroken uitgevoerd te worden. In noodgeval, bijvoorbeeld dat het water op is of wegens vergeetachtigheid, kun je doorgaan met het proces zolang de eerder gewassen delen nog steeds nat zijn. Anders is de wudhu niet goed. Het is ook goed om te vermelden dat de wudhu ook geldig is als de delen van het lichaam die gewassen waren opgedroogd zijn door de wind of de hitte, vooropgesteld dat de wudhu ononderbroken is uitgevoerd.
3. Je moet het zelf doen zolang je in staat bent het zelf te doen.
* En wat als ik niet in staat ben om zelf wudhu te doen?
– Iemand anders kan het voor je doen. Of men zou je erbij kunnen helpen. Bijvoorbeeld door je hand op te tillen en je gezicht ermee te wassen, dan je beide armen op die manier te wassen, en tenslotte het strijken over het hoofd en de voeten, waarbij gebruik wordt gemaakt van jouw handen.
4. Er mag geen barrière zijn die de lichaamshuid afschermt van het wudhuwater, zoals verf, lijm of nagellak.
5. Wanneer er een reden is waardoor water schadelijk is voor je gezondheid, dan doe je tayamum in plaats van wudhu.
* Als ik wudhu heb gedaan voor een eerder gebed, kan ik dan later doorgaan met dezelfde wudhu?
– Je hoeft je wudhu niet over te doen, behalve als hij verbroken is.
* Hoe en wanneer wordt een wudhu verbroken?
Er zijn zeven dingen die wudhu verbreken: urineren, ontlasten, een wind laten, slapen, alles wat het verstand benevelt zoals bewusteloosheid of dronkenschap, midden en grote istihadha (zie de dialoog over istihadha) en janabah.
Mijn vader voegde eraan toe dat we ook wat algemene regels moesten behandelen betreffende het onderwerp wudhu.
1. Als je nadat je wudhu hebt gedaan, twijfelt of je wudhu nog wel geldig is, moet je ervan uit gaan dat hij nog geldig is.
* Kunt u me een voorbeeld geven?
– Stel dat je wudhu hebt gedaan in de ochtend en een paar uren later wil je het dhor-gebed doen. Op dat moment begin je te twijfelen of je wel of niet intussen naar de wc bent geweest. In zo’n geval moet je je twijfel negeren en aannemen dat je nog steeds tahir bent, en je gebed doen.
2. Als je geen wudhu gedaan hebt, of eentje die later verbroken is, en later wist je niet meer zeker of je je wudhu opnieuw hebt gedaan, in dergelijke gevallen doe je alsof je geen wudhu hebt gedaan.
* Zoals?
– Stel je voor dat je ‘s morgens wakker werd. En later wordt het tijd voor het dhor-gebed. Je weet niet of je wudhu hebt gedaan in de tussentijd. Dan moet je ervan uitgaan dat je geen wudhu hebt gedaan. Je moet opnieuw beginnen.
3. Als je zojuist wudhu hebt gedaan en de twijfel bekroop je of je het wel goed gedaan had, dan is je wudhu gewoon geldig, dus dan hoef je het niet opnieuw te doen.
* Bijvoorbeeld?
– Stel dat je wudhu hebt gedaan en je begint te opeens af te vragen of je je gezicht wel hebt gedaan, of dat je het wel goed hebt gedaan, dan moet je aannemen dat je het wel goed gedaan hebt.
* Als ik me afvraag of ik wel over de linkervoet gestreken heb, wat moet ik dan doen
– Als de twijfel ter plekke optreedt, strijk er dan overheen. Maar wanneer dat niet zo is, en je al ergens anders mee bezig bent, bijvoorbeeld met het gebed, dan hoef je je er geen zorgen over te maken.