In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle

Naam: Zainab
Titel: Siddiqua-e-Sughra (Kunyat:Umm-al-Masaib)
Geboren: In Medina op 5de van Jumaada Al Awal. Het 5e jaar na Hijra
Grootvader: De heilige profeet Mohammed (v.z.m.h)
Grootmoeder: Khadija-e-Kubra
Vader: Imam Ali (a.s)
Moeder: Fatima Zahra (a.s)
 
Zeynab (a.s) is geboren in de heilige stad Medina op de 5e van Jumaada Al Awal in het 5e jaar na de Hijrah/627 A.D. Haar heiligheid werd bekend door haar kennis over de heilige Koran en haar deugdzame leven. In haar persoonlijkheid weerspiegelde ze de beste attributen. In haar gematigdheid en sereniteit leek ze op Umm-al-Mumineen Khadija (a.s), haar grootmoeder; in haar kuisheid en bescheidenheid leek ze op haar heilige moeder Fatima (a.s). Ze leek door haar welsprekendheid op haar vader Imam Ali (a.s). Zeynab (a.s) kondigde de wereld aan dat de grootste offers gemaakt zijn met Imam Husayn (a.s) en de andere familieleden van de Profeet Mohammed (v.z.m.h), die in het jaar 61 A.H in Karbala door het leger van Yazid gemarteld werden.
Dit is het verhaal van de overwinning van de waarheid. Het is het verhaal van een unieke vrouw wiens eigen lot onvermijdbaar verbonden was met de historische gebeurtenissen van Karbala, die een indruk hebben gemaakt op de mensheid over de ware Islam.
 
Het was op de vlaktes van Karbala waar het conflict tussen Imam Husayn (a.s) en Yazid ibn Mu’awiya plaatsvond. Deze laatste deed zich voor als de Kalifa en was uit op een gevecht. Imam Husayn (a.s) had geweigerd hulde te betalen aan Yazid en hem te erkennen als leider van de Moslimwereld. Het was geen geheim dat Yazid flagrant de regels van de Islam overtrad en zelfs in het openbaar zijn geloofsovertuiging bespotte. Zijn claim voor de Kalifa droeg geen legitimiteit of aanvaardbaarheid in de ogen van Imam Hussein (a.s).

Engelachtige Benaming
Het was vijf jaar nadat de Moslims de Profeet (v.z.m.h) en zijn familie in de migratie (hijrah) naar de Medina hadden begeleid, toen de Profeet’s dochter Fatima (a.s) een meisje baarde. Toen haar vader, Imam Ali (a.s), zijn dochter voor het eerst zag, was zijn zoon Imam Husayn, die bijna 3 jaar oud was, bij hem. De jongen riep in verrukking: “Oh vader, Allah heeft me een zusje gegeven.” Bij die woorden begon Imam Ali (a.s) te huilen, en toen Husssein (a.s) hem vroeg waarom hij huilde, antwoordde zijn vader hem dat hij dat gauw zou weten. Fatima (a.s) en Ali (a.s) hebben hun kind geen naam gegeven tot een paar dagen na de geboorte, want ze wachtten op de terugkomst van de Profeet, zodat hij de naam kon geven.
Toen de baby meisje uiteindelijk naar hem werd gebracht hield hij haar in zijn schoot en kuste hij haar. De engel Jibra’il kwam naar hem en vertelde de naam aan het meisje, en begon hierna te huilen. De Profeet (v.z.m.h) vroeg Jibra’il waarom hij huilde en hij antwoordde: “Oh, Profeet van Allah, vroeg in het leven zal dit meisje betrokken raken in beproevingen in deze wereld.
Eerst zal ze treuren over uw afscheid (van deze wereld); hierna zal ze treuren over de dood van haar moeder, dan haar vader, en dan haar broer Hasan. Na dit allemaal zal ze worden geconfronteerd met de beproevingen van Karbala en de eenzame woestijn, met als resultaat dat haar haar grijs zal worden en haar rug krom”. Toen de familieleden deze voorspelling hoorden braken ze allen in tranen uit. Imam Husayn (a.s) begreep nu waarom zijn vader eerder ook had gehuild. Hierna noemde de Profeet (v.z.m.h) haar Zeynab (a.s).
 
Opgegroeid in Medina
Zeynab (a.s) deelde met haar broers en zus de buitengewone positie van het hebben van voorbeelden om naar te kijken, te streven en ervan te leren, namelijk haar grootvader, Mohammed (v.z.m.h), haar moeder Fatima (a.s), dochter van de profeet, en haar vader Imam Ali (a.s), neef van de Profeet.In de zuivere omgeving waar ze is opgegroeid, absorbeerde ze het onderwijs van de Islam dat haar grootvader en hierna haar vader gaven. Hier leerde ze ook om alle huishoudvaardigheden met grote vaardigheid te beheersen. Ze had nauwelijks de tedere leeftijd van 7 bereikt toen haar geliefde moeder overleed. Haar moeder’s dood had de dood van haar geliefde grootvader gevolgd. Een tijd later trouwde Imam Ali (a.s) Umm ul-Banin, wiens toewijding Zeynab (a.s) motiveerde in haar onderwijs.

Vrouwelijkheid
Toen de tijd voor het huwelijk kwam, trouwde ze in een eenvoudige ceremonie met haar eerste neef, Abdullah ibn Ja’far Tayyar. Abdullah werd grootgebracht onder de directe zorg van de Profeet (v.z.m.h). Na zijn dood werd Imam Ali (a.s) zijn verdediger en beschermer tot hij meerderjarig werd. Hij groeide op en werd een knappe jongen met goede manieren en was bekend om zijn oprechte gastvrijheid aan gasten en onzelfzuchtige grootmoedigheid aan de armen en behoeftigen.Samen kreeg deze jonge paar 5 kinderen, waarvan 4 zonen: Ali, Aun, Muhammed en Abbas, en 1 dochter: Umm Kulthum.In Medina was het Zeynab’s praktijk om regelmatig vergaderingen te houden voor vrouwen waarin zij haar kennis deelde en hen de voorschriften van de Islam onderwees, zoals deze in de Heilige Koran staan voorgeschreven. Haar bijeenkomsten werden goed en regelmatig bijgewoond. Zij kon het onderwijs met zulke duidelijkheid en welsprekendheid geven dat ze al snel bekend werd als Fasihah (vaardige) en Balighah (intens welsprekende)

Op de nacht van vrijdag de 19e ging Zaynab’s vader Imam Ali (a) naar de moskee om het gebed te verrichtten. Tijdens de sajdah (neerknieling) werd hij dodelijk verwond door Ibn Muljim. Twee dagen later stierf hij door zijn wonden. Zainab (a) keerde hierna samen met haar man naar Medina terug. Tien jaar later maakte Zainab (a) alweer een groot verlies mee. Haar broer Imam Hassan (a) werd slachtoffer van de naar macht verlangende Bani Umayya. Imam Hussain (a) werd hierna de leider van de moslims. Mu’awiya dwong in de volgende 6 jaren de mensen trouw te getuigen aan zijn zoon Yazid. Imam Hussain (a) weigerde trouw te getuigen en besloot Medina te verlaten om naar Kufa te gaan. Hij had gehoord dat daar veel mensen waren die zijn hulp nodig hadden om verlost te worden van de tiran.

Symbool van geduld
Toen Zainab (a) hoorde dat Imam Hussain naar Kufa zou gaan vertrekken, vroeg ze haar man Abdullah toestemming haar mee te laten gaan. Hij vertelde haar dat deze reis veel moeilijkheden met zich mee zal brengen en erg zwaar was. Ze zei hierop: “Mijn moeder verliet me niet om van veraf toe te kijken naar de dag waarop mijn broer er alleen voor staat, omringd door vijanden zonder vriend of verdediger. Je weet dat voor 55 jaar mijn broer en ik nooit zijn gescheiden. Als ik hem nu verlaat, hoe zal ik dan mijn moeder onder ogen kunnen zien, die op het moment van haar dood had gezegd: “Zainab, na mij ben je zowel moeder als zus voor Hussain (a)”? Het is verplicht voor mij om bij jou te blijven, maar als ik nu niet met hem mee ga, dan zal ik de scheiding niet kunnen dragen.” Abdullah gaf haar toestemming te vertrekken. Zelf had hij ook mee gewild om de Imam te vergezellen, maar hij kon niet mee door een ziekte. Zainab (a) was haar hele leven al voorbereid op het lot van haar en haar broer. Ze gaf de voorkeur de moeilijkheden van Karbala onder ogen zien dan ooit van hem gescheiden te worden.

Op de tiende dag van Muharram, Ashura, bracht Zainab (a) haar twee zonen Aun en Mohammed naar Imam Hussain (a) en zei: “Oh mijn broer, als het toegestaan was dat vrouwen mochten deelnemen aan de strijd, dan zou ik naar de dood streven om jou te redden. Het is echter niet toegestaan. Accepteer daarom het offeren van mijn twee zonen.” Kort hierna begon de strijd tussen de 4000 soldaten van Yazid’s leger en 73 moslims. Zainab (a) moest in Karbala aanzien hoe haar familie werd vermoord, en uiteindelijk ook haar broer Imam Hussain (a). Nadat alle 73 mannen waren vermoord, kwam het leger naar de vrouwententen. Ze plunderden wat ze konden, en brandden de tenten. Ze sloegen de vrouwen met hun zwaarden en rukten hun sluiers weg. Imam Zayn ul-Abidin’s bed werd vernield onder hem en hij werd zwak achter gelaten en kon zich niet bewegen. Sakina en Fatima’s oorbellen werden beiden losgewrongen van hun oren, waardoor ze begonnen te bloeden. Terwijl de tenten brandden verzamelde Zainab (a) de vrouwen en kinderen samen.

De volgende dag werden de familieleden van de Profeet als gevangen klaargemaakt om te vertrekken uit Kufa. Onder de gevangen waren Zainab (a), haar zus Umm Kulthum (a), andere vrouwen van Bani Hashim, Imam Ali Zayn ul-Abidin, drie jonge zonen van Imam Hassan (a) en de andere dochters van Imam Hussain (a). Ze moesten rijden op kamelen zonder zadels, hun gezichten ongesluierd, terwijl voor hun de hoofden van hun geliefden aan speren zijn gespietst. 28 dagen later, na een moeilijke reis, kwamen ze aan in Damascus. Daar stierf Sakina, dochter van Imam Hussain (a), terwijl ze nog maar vier jaar oud was. Imam Zayn ul-Abidin (a) werd bijna gedood door Yazid, als Zainab (a) hem niet beschermde. Dankzij Zainab’s gewaagde toespraken en de snelle verspreiding daarvan, kwamen de mensen steeds meer te weten over de gebeurtenissen in Karbala. De voortdurende gevangenschap en de vernedering van de familie van de Profeet bracht steeds meer aandacht aan een steeds groter groep mensen. Yazid hoorde dat er opschudding en onrust in het land kwam, waarna hij besloot de gevangenen vrij te laten. Yazid gaf ze de keuze in Damascus te blijven of terug te keren naar Medina. Ze besloten terug te gaan. Onderweg gingen ze langs Karbala, waar een grote herdenking plaatsvond voor Imam Husayn (a). Toen de tijd kwam dat ze Karbala moesten verlaten, wilde Zainab (a) bij haar broer’s graf blijven tot haar dood. Zayn ul-Abidin pleitte haar hen niet te verlaten, en met tegenzin besloot ze terug te gaan naar Medina.

Overal waar de caravan stopte werd een herdenking gehouden. Toen ze bijna bij de stad aankwamen, kwamen de bewoners van Medina uit de stad en weer vertelde Zainab (a) ze de gebeurtenissen van Karbala. Toen ze de stad binnengingen, ging Zainab (a) meteen naar de Profeet’s graf. Daar bad ze en vertelde ze hem over de slachting van zijn kleinzoon.

Zainab (a) was door deze tragedie verouderd en met wit haar en een kromme rug teruggekomen. Hoewel ze na haar terugkeer met haar echtgenoot was herenigd, leefde ze niet lang door de vele moeilijkheden die ze moest ondergaan. De exacte datum en plaats van haar dood zijn onbekend, maar waarschijnlijk stierf ze in het jaar 62 na de hijrah, zo’n 6 maanden na haar terugkeer.

© Copyright Ahlalbait Jongeren 

Scroll naar boven