Discipline

In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle 

Het concept van discipline is van uiterst belang voor het leven van elk mens, omdat een mens die zichzelf heeft gedisciplineerd een succesvol mens is. Zo zie je dat alle culturen en geloven een vorm van discipline hebben. Een familie die gedisciplineerd is, zie je groeien naar haar potentie en is een bloeiende succesvolle familie. In de sportwereld zie je dat een voetbalclub ook discipline vereist van zijn spelers. Wanneer de spelers geen discipline hebben, zie je dat de club geen successen zal boeken. In de wereld van leidinggeven, zie je dat leiders die gedisciplineerd zijn worden gerespecteerd, maar leiders die dat niet zijn, worden niet gerespecteerd.

Zo zie je dat binnen de religie Islam, Allah (swt) heeft ons aangewezen op het belang van discipline in elk aspect van ons leven. Wanneer islam met een constructie van discipline is gekomen, bracht de discipline in alle aspecten: discipline van het lichaam en geest (ziel). In de Koran wordt van discipline gesproken in Hoofdstuk 91 vers 7: “Bij de ziel en haar volmaaktheid, hij openbaarde haar wat slecht en wat goed is, voorwaar geslaagd is hij die haar loutert”.

Dit vers wijst dus op de discipline van de geest (ziel). Daarnaast heeft de mens natuurlijk ook discipline nodig van het lichaam. Wanneer men dag en nacht in gebed is en geen rekening houdt met het lichaam, dan verwaarloost hij een deel van zijn volmaaktheid, immers: discipline was voor het lichaam en geest. Ook wanneer men zich alleen bezighoudt met het lichaam (bv sportschool), dan is diegene lichamelijk gedisciplineerd, maar heeft hij de geestelijke (spirituele) kant verwaarloosd. De discipline van het lichaam is ons ook meegegeven: wanneer bijvoorbeeld de profeet (s) in Arabia (gezamenlijk gebied van de huidige Arabische landen) ziet dat vele eetgewoontes geen discipline bevatten, gaf hij ons een timing voor het eten, hoe we moesten eten en zelfs hoe we ons eten moesten kauwen.

Hoofdstuk 2 vers 183: “O gij gelovigen, het vasten is u voorgeschreven zoals het degenen voor u waren voorgeschreven, opdat gij vroom zult zijn”.

Dit vers benadrukt dat het vasten ons is voorgeschreven. De beste benadering om dit vers te bestuderen, is om het op te delen in 3 stukken.

1. O gij gelovigen: 

De vraag is hier: waarom begint Allah (swt) met gij gelovige en niet met bijvoorbeeld “o mensheid” ? Hier kan men vanuit 2 kanten op antwoorden: 1. De hoofdstukken die beginnen met ‘o gij gelovigen’ verschillen zich met de hoofdstukken die beginnen met ‘o mensheid’ in de periode waarop ze zijn neergezonden.

Het verschil ligt in de zogenaamde Makkiah hoofdstukken en de Medania hoofdstukken. De hoofdstukken met ‘o gij gelovigen’ zijn neergezonden in Medina, wanneer de islam zich al heeft gevestigd in de harten van de volgers van de profeet (s), anders dan de hoofdstukken met ‘o mensheid’, die zijn neergezonden in Mekka, die de ongelovigen aanspreken. Nog een reden is om ons te laten zien dat Allah (swt) ons niet heeft laten zitten. Het is een antwoord op de filosofie van de zogenaamde Deisten die zich in de 16e eeuw hebben onderscheiden van de orthodoxe christenen. Zij beweerden dat God ons heeft gemaakt en zich totaal heeft losgelaten van de mensheid, dat hij ons dus geen boodschap had gegeven.

Hier is het idee (in het algemeen, niet specifiek voor dit vers), dat Allah (swt) ons laat zien dat hij ons niet laat zitten, dat hij ons heeft gemaakt maar ook zal leiden naar perfectie. Hij zegt hiermee: neem het van mij aan, ik weet het beter! Wanneer mensen denken het beter te weten, zond Allah (swt) dit vers: Sura 49 vers 1.

2.”O gij gelovigen, wees niet voorbarig bij Allah en zijn boodschapper, maar vreest Allah, voorwaar hij is alhorend, alwetend.”

Verhaal achter dit vers: Wanneer de profeet (s) samen met enkele metgezellen in de maand Ramadan op reis ging vanuit Mekka naar Medina moest hij zijn vasten verbreken onderweg, immers; één van de regels bij het vasten is dat je het vasten verbreekt wanneer je op reis gaat (een bepaald afstand aflegt). Hij vroeg om water, waarmee hij zijn vasten kon verbreken. Nadat hij zijn vasten had verbroken zeiden enkele metgezellen dat zij liever het vasten niet verbreken, omdat daarvoor Allah (swt) hun nog meer zal belonen. Zij vonden dat de profeet (s) een mening had die van hen verschilde en dat zij liever hun eigen mening hadden. Dit werd beantwoord met het bovenstaande vers. Allah (swt) zegt hiermee: “ik geef jullie de regels, volg deze regels om met discipline perfectie te bereiken, maak niet je eigen regels!”. “Het vasten is u voorgeschreven zoals het degenen voor u is voorgeschreven”.

Allah (swt) laat ons zien dat het vasten een onderdeel was van alle geloven vóór de Islam. De Joden en Christenen hebben ook gevast. Alle profeten voor ons hebben gevast: profeet Moses (a) heeft voor 40 dagen en nachten gevast wanneer hij op de berg Sinai was. Profeet Jezus (a) vastte om de verleiding van de Satan te weerstaan (Mattes 4:1; Lucas 4:1), wanneer hij hem probeerde te verleiden met 3 dingen: geloof dat ik God ben, maak van deze stenen brood en spring van een berg en de engelen zullen je vangen.

3. Opdat gij vroom zult zijn” Hier is het begrip taqwa essentieel in het begrijpen van dit gedeelte. Taqwa is het constant bewustzijn van Allah (swt) en kent 4 niveaus (volgens Allama al Majlisi in zijn Bihaar al Anwar): 

‘wara al ta beeri’: wegblijven van wat haraam is 

‘wara al sabireen’: wegblijven van wat makroeh is 

‘wara al mottaqeen’: wegblijven van iets wat mubaah (toegestaan is)

‘wara al sadiqeen’: wegblijven van de plaatsen die jou van het denken aan Allah afleiden.

Dit is de hoogste vorm van taqwa. Taqwa is het makkelijkst te bereiken in de maand Ramadan, omdat volgens onze overleveringen de satan gevangen is in deze maand. De profeet (s) zei: zal ik jullie vertellen wat de duivel weghoudt? Vasten maakt het gezicht van duivel zwart en het geven van sadaqa breekt de rug van de duivel. Een voorbeeld is wanneer duivel naar de profeet Mozes (a) ging en hem vroeg of hij hem om vergiffenis kon vragen bij Allah (swt). Profeet Mozes (a) vroeg aan Allah (swt) vervolgens om vergiffenis voor de duivel. Allah (swt) zei: ik vergeef hem wanneer hij knielt voor profeet Adams graf. Profeet Moses (a) vertelde dit aan de duivel waarop de duivel antwoordde: ik heb niet voor Adam geknield wanneer hij leefde, denk je dat ik nu voor hem zal knielen wanneer hij dood is? In elk geval gunde duivel deze 3 adviezen aan Moses, omdat hij dit voor hem had gedaan. De duivel zei: in deze 3 situaties probeer ik je te pakken:

1. Wanneer je boos bent maak ik je bozer

2. Wanneer jij sadaqa wilt geven zal ik je tegenhouden

3. Wanneer je alleen bent met een vrouw, weet dat ik de 3e ben onder jullie.

Allah (swt) heeft taqwa in de koran vaak samen vermeld met het woord Ata (=geven). Daarom zegt het eerdergenoemde gezegde van de profeet iets over het vasten, maar ook over het geven van sadaqa (liefdadigheid). Een andere overlevering zegt: “wanneer iemand liefdadigheid wil geven, zullen 70 duivels aan zijn lichaam kleven”. Daarom is het bereiken van de hoogste vorm van taqwa onlosmakelijk verbonden met het geven van liefdadigheid.

Imam Zain al abideen (a) zegt in zijn risalat al hoqooq (http://al-islam.org/sahifa/treatise.html): “en het recht van het vasten, weet dat het een hijaab is die God heeft gezet op je tong, je gehoor, je zicht, je maag en je privé delen, om je te beschermen van het helvuur”.

Imam Ali (a) praktiseerde de Islam in zijn pure vorm en had de hoogste niveaus van taqwa. Enkele voorbeelden van zijn grootheid:

Voorbeeld 1: In de strijd van Nahrawaan, de laatste strijd tegen de Khawarijis, vecht hij tegen een man. Bij deze man breekt het zwaard, waarop de imam zijn zwaard stevig vasthield om hem te doden, vervolgens legt hij het zwaard kalm neer, kijkt hem aan en zegt: ga. De man antwoordde: nee, dood me maar, waarop Imam Ali (a) zei: ik dood geen mensen die bang zijn voor hun leven. De Khawariji bedacht zich op dat moment en zei: nu weet ik wie je bent, jij bent Ali ibn abi Talib, jij bent de man die nooit nee heeft gezegd tegen een bedelaar, klopt dat?. De Imam antwoordde: ja dat klopt. De Khawariji dacht slim te zijn en zei: dan smeek ik je om je zwaard. Nog voordat hij zijn ogen had geknipperd, gaf de Imam zijn zwaard aan zijn tegenstander. Aha! Wie zal je nu beschermen zei de khawariji. De Imam antwoordde: mijn dood zal mij beschermen, dat kun je mij niet afnemen. De man, ontroerd van deze daad gaf onmiddellijk zijn zwaard aan de Imam terug en zei: ik wil je volger zijn.

Voorbeeld 2: Nadat Imam Hassan (a) en Imam Hussain (a) hun vader hadden begraven in het donker (vanwege de velen tegenstanders die zelfs bereid waren zijn graf te schenden), liepen ze door een straat en hoorden gehuil bij een huis. Ze gingen naar dat huis en zagen een verlamde man die aan het huilen was. Ze vroegen hem: waarom huil je?. Hij zei: al 3 dagen is diegene die mij verzorgt niet komen opdagen. Elke nacht kwam hij me omkleden, eten geven en verzorgen. De Imams wisten dat dit om hun vader ging en barsten in tranen.

Dit is taqwa in haar uiterste vormen, wanneer de Imam zijn gedrag aan ons laat zien. Hij laat ons zien hoe we de hoogste vormen van taqwa kunnen bereiken. Zelfs wanneer hij het zwaard in zijn achterhoofd voelde, wanneer Abd al Rahman ibn Muljim hem had geslagen met het giftige zwaard, zei de Imam: ik heb overwonnen, in de naam van de God van Kaaba. Met discipline en het volgen van Allah (swt) en zijn boodschapper kunnen we de hoogste vormen van taqwa bereiken, om dichter bij Hem te komen.

© Copyright Ahlalbait Jongeren

Scroll naar boven