Nederigheid

In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle

“Mijn dienaar, gehoorzaam Mij. Ik zal (wanneer u dit doet) u tot een voorbeeld van Mijzelf maken. Ik ben Levende en Ik zal nooit sterven, dus Ik zal u verlevendigen en niet laten sterven. Ik ben rijk en Ik zal nooit arm worden, dus Ik zal u rijk maken en nooit arm laten worden. Hetgeen Ik wil zal geschieden, dus Ik zal u helpen op de weg naar hetgeen u wil dat er zal zijn.”

[Al-Jawāhir al-Saniyyah fi al-Ahādith al-Qudsiyyah by Hurr ‘Amili, p. 284.]

Een van de belangrijke begrippen in de islamitische spiritualiteit is ultieme nederigheid of ‘mentale/spirituele armdom’. Hiervoor dienen we onze kennis zodanig te versterken opdat we volledige afhankelijkheid van Allah (swt) ervaren. Dit betekent dat zelfs door te zeggen “Allah (swt) is zeer genereus voor mij geweest” of Allah (swt) is barmhartig jegens mij geweest” niet voldoende is. Wanneer we spreken over ‘armdom’ dan betekent dit meer dan alleen het het bezitten of het verlangen om te bezitten. Armdom is het bewustzijn van de absolute noodzaak en afhankelijkheid van Allah (swt) en zolang we leven, is dit een behoefte die niet kan worden verwijderd. Ten tweede, deze vorm van armoede is een spiritueel geschenk en deugd dat voor altijd gehandhaaft moet worden. Armdom is geen voorbijgaand station richting rijkdom of welvaart. Integendeel, armdom zelve is de grootste rijkdom en het grootse fortuin dat een mens kan bezitten.

Het is niet dat Allah (swt) genereus is (geweest) tot iets dat los van Hemzelve staat. De mens is niets anders dan hetgeen Allah (swt) heeft geschapen. Alle goede dingen komen van Allah (swt); in het beste scenario zijn wij slechts de ontvangers, voorwaardelijke creaties van Allah (swt) en in geen enkel opzicht niet onafhankelijk van Hem. Men zou dit kunnen vergelijken met nederigheid, maar nederigheid is meer, belangrijker, intenser en op een hoger niveau.

Sommige mensen proberen heel hard om nederig te zijn. Als voorbeeld; wanneer ze zich erg belangrijk voelen indien ze iets succesvols hebben bereikt, dan proberen ze zichzelf te beheersen zodat ze niet arrogant worden en dit kan een strijd zijn. Maar wanneer iemand mentale/spirituele armoede bereikt dan is er geen noodzaak om te strijden, omdat zij ervaren dat ze niets hebben om trots op te zijn behalve op de gaven/geschenken van Allah (swt). Zelfreflectie op onze grenzen is van absolute noodzaak en tezamen met het vertrouwen in Allah (swt) zorgt dit ervoor dat er geen plaats is voor enige vorm van arrogantie of zelfbewondering. Wat we ook bezitten of tot onze beschikking is, behoort aan Allah (swt).

Eens zag een persoon Imam al Sajjad (a) in Masjid al-Haram, vlakbij de Ka’aba, Hijr van Isma’il. En deze persoon zei:

“Ik ging naar Hijr Isma’il en ik zag Ali b Husayn (a) zijn gebeden zeggen. Toen ging hij in Sajdah. Ik zei tegen mijzelf: deze vrome man komt uit een vrome familie, dus laat ik luisteren naar wat hij (a) bidt wanneer hij in Sajdah is.Toen citeerde hij de Imam (a) als volgt: “Mijn Heer, Uw onbelangrijke dienaar is tot U gekomen, Uw gevangene is tot U gekomen, degene die arm is is tot U gekomen en degene die smeekt is tot U gekomen.”

[Bihār al-Anwār, Vol. 96, p. 197.]

Degene die het meest nederig is, zal Allah (swt) zijn status meer dan wie dan ook verheffen. Zoals we in een overlevering lezen ‘Degene die omwille van Allah (swt) nederig probeert te zijn, dan zal Allah (swt) zijn status verheffen’. In een goddelijke gezegde (hadith qudsi) lezen we dat Allah (swt) Mozes (a) vertelde dat de reden Hij hem tot een Profeet aanwees het volgende was; Allah (swt) keek in de harten van de mensen en zag dat Mozes (a) de meest nederige van allen was.

Een aantal andere overleveringen betreffende nederigheid:

De heilige Profeet (s):

“De beste aanbidder onder de mensen is hij die zich wanneer zijn status stijgt, nederig blijft opstellen.” [Bihar al-Anwar, v. 77, p. 179, no. 10]

Imam Ali (a):

“U dient nederig te zijn, want dit is een van de beste vormen van aanbidding.” [Bihar al-Anwar, v. 75, p. 119, no. 5]

Imam al Redha (a):

“Nederigheid is wanneer u aan anderen geeft, zoals u op dezelfde manier aan uzelf zou geven.” [al-Kafi, v. 2, p. 123, no. 13]

Imam Ali (a):

“Er is niets dat volstaat zoals nederigheid.” [Nahj al-Balagha, Saying 113]

Imam Ali (a):

“Het sierstuk van de nobele is nederigheid.” [Bihar al-Anwar, v. 75, p. 120, no. 11]

Deels vertaald uit: www.al-islam.org / ‘Key concepts in Islamic spirituality: Love, Thankfulness, Humbleness’

© Copyright Ahlalbait Jongeren

Scroll naar boven