In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle
Imam Hussein (a) zag een Moslim slaaf in een boerderij aan het eten samen met een hond. Na een ondervraging van Imam Hussein (a), antwoordde de slaaf: “Wegens mijn meester die een Jood is en mij verplicht om zwaar werk te verrichten, blijf ik verdrietig door de slechte behandeling. Maar ik word blij bij het voeden van deze hond met alles wat ik te eten krijg”.
Toen Imam Hussein (a) dit hoorde, ging hij naar de Joodse meester en bood hem 200 Ashrafi aan in ruil voor de slaaf. De Jood was zo onder de indruk van de grootmoedigheid van de Imam (a) dat hij de slaaf aan Imam Hussein (a) kosteloos aanbod. Imam Hussein (a) accepteerde de slaaf met een vriendelijk gebaar en gaf een gift van 200 Ashrafi aan de slaaf en heeft hem hierna zijn vrijheid gegeven. De vrouw van de Jood zag dit allemaal en gaf haar man, de Jood, haar Meher geld. Voor de goedheid van zijn vrouw, gaf de Jood het hele huis en boerderij aan haar als gift.
Dit allemaal gebeurde, wegens de vriendelijkheid van de slaaf voor het voeden van de hond met hetzelfde eten dat hij at.
(c) Copyright Ahlalbait Jongeren