Moeilijke tijden

In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle

Ik moet toegeven dat ik in mijn jeugd aan armoede leed. Er was weinig te eten of drinken, geen goed onderkomen en er was weinig geld voor nieuwe kleding. Armoede is een wrede situatie waarin men zich kan bevinden. Het brengt veel pijn en ellende met zich mee. Hoe is dit verder van invloed op mijn leven geweest? Heeft het mij als persoon vernietigd? Was ik sterk genoeg om deze ervaring met succes te doorstaan? In feite was het een ervaring die ervoor zorgde dat ik het belang van het geloof in het leven leerde te begrijpen. Ik leerde hiermee een van de wijze uitspraken van de heilige Profeet (s) te begrijpen:

“Eenieder die de nobele Koran niet begrijpt, behoort niet tot een van mijn volgelingen”.


Wanneer iemand niet met tolerantie en zelfbeheersing een situatie van armoede of financiële problemen kan verdragen, kan degene zwaar onder de situatie komen te lijden. Tolerantie en zelfbeheersing komen voort uit het geloof dat het een mens kan helpen om de moeilijkheden te overwinnen. Het leert hem zijn eigen meester en die van anderen te worden. Welke aardse genoegens er ook zijn, deze zullen spoedig tot een einde komen.

Het is geen wonder dat ik tevreden was met het weinige wat ik had. Ik heb nooit gedacht dat armoede een teleurstelling of mislukking is. Integendeel, ik probeerde positief gebruik te maken van mijn spirituele kracht en het in vruchtbare daden om te zetten. Ik miste de materiële noodzakelijkheden die mij in het leven verder konden helpen. Daarom was het noodzakelijk om sterk in de wereld te staan; op basis van creatieve en positieve normen en waarden die van belang zijn een compleet mens te worden en hiermee bewust te worden van de reden van het bestaan.

Ik leerde de ware betekenis van armoede en rijkdom begrijpen. Ik kwam tot de ontdekking dat een arm persoon iemand is die zijn status laat afhangen van zijn rijkdom. Deze is hoog wanneer zijn banksaldo een hoge waarde heeft, en laag wanneer zijn banksaldo van lage waarde is. Hij heeft geld nodig om met zijn sociale bestaan anderen te imponeren, heeft materiële bezittingen nodig zodat anderen naar hem opkijken en met de luxe probeert hij mensen om zich heen te verzamelen. Een dergelijk persoon beschouwt geld als de spil van zijn bestaan en waardigheid. Hij is voorzichtig met zijn bezittingen, omdat – wanneer deze wegvallen-  zijn eigen bestaan verdwijnt. Nooit laat ik zulke gedachten over armoede mijn leven beïnvloeden zodat deze in zwakte en naïviteit zullen veranderen. Ik heb het nooit toegestaan om naar mijn leven met negatieve gedachten en gevoelens te kijken. Ik was gelukkig met mijn armdom. Ik was zorgeloos en druk bezig met het verkrijgen van religieuze kennis dat mijn persoonlijkheid heeft weten te vormen. De zeer geringe kennis die ik heb opgedaan, gaven mij zoveel plezier en zelftevredenheid dat hiermee de werkelijke betekenis van succes naar voren kwam. Ik was, Godzijdank, blij met het weinige wat ik had. Dit is een Goddelijke zegen in het leven van een gelovige.

Imam al Sadiq (a):

“Wanneer Allah de Almachtige iets goeds voor Zijn dienaar wenst, dan zal Hij ervoor zorgen dat de dienaar niet teveel aan deze wereld gehecht raakt, zijn kennis over religie verrijken en hem in staat stellen eigen fouten te herkennen. Wie deze zaken is gegeven, is het goede van deze wereld en het Hiernamaals verleend”.

[Mishkat Ul-Anwar fi Ghurar al-Akhbar no. 565]

Vertaald uit (m.u.v. de overlevering): www.al-islam.org

© Copyright Ahlalbait Jongeren

Scroll naar boven