In de naam van Allah, de Barmhartige de Genadevolle
Steeds wanneer de eerste oogst werd geplukt, bracht men altijd zijn rijpe, verse vruchten naar de Profeet Mohammed (v.z.m.h). De Profeet zou deze dan verdelen onder diegenen die rondom hem zaten.
Vanochtend bracht een arme man een fruit van zijn kleine landbouwbedrijf en gaf het aan de Profeet Mohammed (v.z.m.h).
De Profeet Mohammed (v.z.m.h) keurde de gift goed, proefde het en at het alleen op zonder het te delen, terwijl zijn metgezellen naar hem keken.
Een van de aanwezigen zei: “Oh, Boodschapper van Allah, heeft u het recht over het hoofd gezien van diegenen die kijken terwijl u eet?”
De Profeet Mohammed (v.z.m.h) glimlachte en wachtte tot de man die het fruit had gebracht was gegaan.
De Profeet Mohammed (v.z.m.h) zei: “Ik proefde het fruit en het was nog niet rijp. Als ik het toestond om een stuk aan jullie te geven, dan zou zeker iemand zijn afkeer getoond hebben, waarbij de arme man die de gift heeft gebracht teleurgesteld zou worden. Om deze man niet teleur te stellen, accepteerde mijn gehemelte de bitterheid.
(C) Copyright Ahlabait Jongeren